Voorjaarsnota 2025

De voorjaarsnota is voor iedereen Nederland een belangrijk politiek moment. Immers, daarin zijn de plannen, inkomsten en uitgaven voor het daaropvolgende jaar vermeld.

Klik snel door naar:

Een financiële meevaller: wat vindt het Centraal Planbureau daarvan?

Op 26 februari 2025 meldt het AD dat de onderhandelingen pittig worden, maar er goed nieuws te melden is. De economie groeit, de schulden vallen lager uit. Er is zo’n 8 miljard euro meer te besteden dan tot nu toe de verwachting was, zo heeft het Centraal Planbureau (CPB) berekend. De Nederlandse economie zal de komende tijd ‘gematigd’  groeien en afnemen in 2029.

Wat vindt het Centraal Planbureau (CPB) van de financiële meevaller?

Het CPB houdt wel een ‘slag om de arm’, vanwege de geopolitieke spanningen. Het CPB verwacht dat de koopkracht in 2025 en 2026 zal toenemen. De armoede zal afnemen. Het beeld is daarmee positiever dan in eerste instantie werd verwacht. Redenen daarvoor zijn dat jongeren en bijna-gepensioneerden meer zijn gaan werken en de werkloosheid daalt.

Het CPB geeft echter ook aan dat de uitgaven de komende jaren harder stijgen dan de inkomsten als ingrijpen van het kabinet uitblijft. Derhalve geeft het CPB aan dat het verstandig is, conform de begrotingsregels uit het Hoofdlijnenakkoord, voldoende ruimte te houden om toekomstige tegenvallers op te vangen.

Het bbp neemt dit jaar met 1,9 procent toe. In 2026 zal dat 1,5 procent zijn. Vanwege een sterkere stijging van de lonen ten opzichte van de inflatie zal de koopkracht toenemen. De armoede daalt van 3,5 procent naar 2,9 procent in 2026.

Ondertussen hebben veel partijen hun wensenlijst klaar. Ze zijn hoopvol gestemd vanwege deze financiële meevaller. Elke partij vindt dat de onderwerpen op haar wensenlijst prioriteit moeten hebben. De cijfers liegen er niet om! Het zal nog ‘een harde dobber’ worden!

Bovendien, zo meent een aantal partijen, dat het CPB vaak té pessimistische cijfers presenteert. In 2024 werd 18 miljard euro minder uitgegeven dan was voorspeld. Ook voor 2026 verwacht het CPB dat 12 miljard niet besteed gaat worden.

Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) vraagt het kabinet aandacht voor structurele ongelijkheid

Het Sociaal en Cultureel Planbureau verschaft inzicht in de kwaliteit van de samenleving: hoe gaat het met de bevolking, hoe is de sociale samenhang en hoe beoordelen mensen de overheid en de politiek.

In het rapport Sociale en Culturele Ontwikkelingen 2025 roept het Sociaal en Cultureel Planbureau het kabinet op bij haar financiële keuzes voor 2026 aandacht hebben voor de vérstrekkende gevolgen van structurele ongelijkheid in Nederland. Structurele ongelijkheid betekent minder welzijn, minder deelname en minder vertrouwen tussen mensen onderling. Maar heeft ook als gevolg dat er minder vertrouwen richting overheid is.

Dat blijkt ook uit de resultaten van hun bevindingen:

  • mensen met een theoretische opleiding, voldoende inkomen en een goede gezondheid zijn veelal positief over hun leven en hun leefomgeving;
  • mensen met een laag inkomen, een tekort aan andere zgn. hulpbronnen en een slechtere gezondheid, kunnen minder participeren in de samenleving en hebben minder vertrouwen in andere mensen en de overheid.

Met name de laatste groep heeft vaak meerdere problemen (financiën, gezondheid, gebrek aan een sociaal netwerk). Slecht gebundelde hulpverlening maakt dat problemen blijven voortbestaan of zelfs verergeren. Een integrale aanpak is essentieel, zo meent het SCP.

Daarnaast bezuinigt de overheid steeds verder op de budgetten van gemeenten. Verdere bezuinigingen zullen mensen met achterstanden rechtstreeks raken. Te denken valt daarbij aan sociale en welzijnsvoorzieningen, schuldhulpverlening, die (deels) wegbezuinigd zullen worden. De verschillen in welzijn en gezondheid worden daarmee nóg groter. De leefwerelden van de meest arme en de meest rijke mensen in Nederland lopen steeds verder uiteen. Mensen met een maatschappelijke kwetsbare positie voelen zich niet gehoord door diegenen die in hun ogen de scepter zwaaien.

Uit het rapport blijkt eveneens dat het vertrouwen in de politiek laag is. Er werden grote beloftes gedaan en daarbij is het dan ook gebleven, zo wordt een en ander nu ervaren. Burgers zien een overheid die er niet in slaagt de problemen (o.a. woningtekort, migratie, stikstof) op te lossen. De overheid moet laten zien dat ze luistert naar de samenleving en betrouwbaar is. Ze moet keuzes toelichten en daarnaar handelen. Ook maken velen zich zorgen over de omgangsvormen in de politiek, alsmede de verharding van de wijze waarop meningen worden gegeven in de maatschappij.

Het  kabinet moet aandacht geven aan de grote ongelijkheden tussen groepen mensen en moet werken aan bestaanszekerheid voor de kwetsbaren door meer gestructureerd te werken aan het verminderen van de ongelijkheden. De overheid moet niet alleen besluiten, maar ook overzién wat die besluiten voor het grote geheel betekenen. Regelgeving kan tegen elkaar inwerken. Ook dient de overheid niet uitsluitend naar de korte termijn te kijken, maar te sturen op kwaliteit van de samenleving. Dat vraagt om een lange-termijn-visie en een degelijk beleid.

Weliswaar een meevaller, maar daar tegenover staan ook grote tegenvallers

Een meevaller van acht miljard euro. Dat is prima! Maar nu? Alle politieke partijen hebben extra wensen. Het gaat om ellenlange wensenlijstjes. Bij elkaar opgeteld zijn dat vele miljarden. Het worden spannende weken, waarin harde keuzes gemaakt dienen te worden.

Hieronder een greep uit de ‘pijnpunten’:

  • Bij 200.00 WIA-uitkeringen vindt onderzoek plaats naar berekeningen van de hoogte van de uitkering. Het heeft de schijn dat dit bij 25.000 tot 50.000 uitkeringen het geval is. De ene helft ontving te veel, de andere helft te weinig. Het UWV meldt 29 miljoen euro voor juridische kosten. De werkelijke kosten zijn echter 61 miljoen euro, zo werd eerder gemeld. Het kostenplaatje wordt echter nu langzaam duidelijk.
  • RTL meldt op 24 maart dat er een miljardentegenvaller dreigt op het gebied van de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Ingewijden meldden aan RTL dat de kosten kunnen oplopen tot 1,2 miljard euro. De helft van dit bedrag moet volgend jaar worden vrijgemaakt voor de start van de omvangrijke hervorming van de WIA. De kosten kunnen nog verder stijgen en zijn afhankelijk van de keuzes die de politiek maakt. In alle geval moet het stelsel simpeler, zo is de achterliggende gedachte.
  • Daarnaast zijn er twee rechterlijke uitspraken geweest die de kosten voor het stikstofdossier behoorlijk kunnen verhogen. In het Hoofdlijnen akkoord is daarvoor 5 miljard begroot. Daarvoor is meer dan deze 5 miljard euro nodig.
  • Het kabinet zal nieuwe maatregelen moeten nemen, wil het de klimaatdoelen halen. Hoeveel geld wil het kabinet hiervoor vrijmaken? Weliswaar is in het regeerprogramma afgesproken de klimaatdoelen te halen. Voor PVV en BBB speelt dit onderwerp minder sterk.
  • Het overvolle stroomnet behoeft een investering van 200 miljard euro voor de komende jaren. Zie voor meer informatie onze AOWeetjes van februari-maart 2025.
  • En op dit moment wél een echte grote kostenpost die er aan gaat komen: verhoging van de budgetten voor defensie. De NAVO-norm schrijft voor dat 2 procent van het bruto binnenlands product aan defensie moet worden besteed. Gelet op de meest recente ontwikkelingen in Oekraïne, groeit de druk om het percentage te verhogen naar ruim 3 procent. Elke procent extra betekent zo’n 11 miljard euro. Vraag: waar die 11 miljard euro vandaan te halen? De coalitie is het onderling niet eens of het percentage moet stijgen. Een definitief besluit volgt waarschijnlijk na de NAVO-top in Den Haag in juni 2025.
  • Na afloop van de EU-top op 20 maart 2025 meldt premier Schoof dat de Nederlandse financiële bijdrage aan de 800 miljard Euro die de EU de komende vier jaar in defensie gaat investeren, tijdens de voorjaarsnota besproken zal worden. Dit nadat politieke partijen over hem heen gebuiteld waren en meenden dat hij voor zijn beurt sprak. Hij spreekt zich  niet uit of Nederland extra defensie-uitgaven gaat regelen via bezuinigen en/of het laten oplopen van het begrotingstekort.
  • Er moet ook een alternatief komen voor de aangekondigde verhoging van btw op cultuur, media en sport in 2026. Het betekent een gat in de begroting van 1,2 miljard euro. Dit gat zou met een andere btw-maatregel gedicht moeten worden, bijv. het hoogste btw-tarief te verhogen van 21 naar 21,4 procent. Dat stuit tot dusver op zoveel weerstand, dat de kans klein is dat daartoe wordt overgegaan. Als het kabinet dit niet kan oplossen, wordt de afspraak met de oppositiepartijen niet nagekomen. Een meerderheid van de Kamer prefereert oplossingen buiten de btw. Nu wordt ingezet op maatregelen binnen de omzetbelasting.
  • Minister Agema van Volksgezondheid wil o.m. geld voor maatregelen tegen toekomstige pandemieën (300 miljoen euro).
  • Ook NS-topman Wouter Koolmees meldt zich bij de politiek. Hij meent dat het kabinet in de voorjaarsnota een structurele dekking prijsstijging NS regelen moet. Vijf jaar op rij verlies (141 miljoen euro in 2024), sterk stijgende kosten, werkzaamheden aan het spoor (dus meer vervangend vervoer, kosten 23 miljoen euro), een aantal reizigers dat waarschijnlijk pas in 2030 het niveau van 2019 weer zal bereiken. In 2024 betaalde NS 533 miljoen euro aan het ministerie en ProRail om op de rails te blijven. Dat was een stijging van 15 procent. NS bevindt zich nu in een tussenfase, waarin op de kosten gelet en tegelijkertijd geïnvesteerd moet worden. Inmiddels heeft NS een bezuinigingspakket aangekondigd. Een derde van de prijsstijging van kaartjes wordt gefinancierd door het ministerie, een derde door de reiziger en een derde door NS. Het wachten is nu op de voorjaarsnota, waarin het kabinet moet besluiten over een structurele financiering.
  • Dan ligt er nog de prangende vraag van PVV-staatssecretaris Coenradie van Justitie. Ze opteert voor honderden miljoenen extra voor het oplossen van het cellentekort. Minister Heinen is de mening toegedaan dat extra financiering in eerste instantie binnen de eigen begroting gevonden moet worden.
  • Tot slot, maar daarom niet minder ingrijpend: de nieuwe asielwet kan tot 60 miljoen euro per jaar kosten. De bijkomende kosten voor rechtspraak zijn nog niet bekend. Verwacht wordt dat 75 procent van de asielzoekers, waarvan besloten wordt dat ze zo snel mogelijk naar hun land van herkomst terug moeten, in beroep zal gaan tegen dit besluit.
  • Op 21 maart 2025 koppen diverse dagbladen: Gat van 5 miljard euro voor infrastructuur bij voorjaarsnota. Minister Madlener van Infrastructuur en Waterstaat schrijft deze mededeling aan de Tweede Kamer. Het gaat hier om het Mobiliteitsfonds, dat o.a. verantwoordelijk is voor het onderhoud van snelwegen. Er moeten keuzes gemaakt worden, zo meent de minister.
  • Grote problemen zijn er ook aangaande de vermogensrendementsheffing. De rechter verleende geen toestemming over de wijze waarop het ministerie belasting heft over spaargeld en beleggingen. Het ministerie van Financiën wil daarom een andere wijze van berekenen gaan invoeren. Die invoering duurt echter langer dan gedacht. Vanaf 2027 mist de overheid daardoor ruim 2 miljard euro aan inkomsten. Ook daarvoor is nog geen dekking gevonden.
  • Het kabinet wil 22 procent structuréle bezuiniging bij rijksoverheid. Het kabinet wil dat de rijksoverheid effectiever en efficiënter gaat werken. Het kabinet moet daarbij duidelijke keuzes maken, bijv. bij het inhuren van externen, administratieve processen en gebruik van digitale mogelijkheden (inzet AI bijv.). Gewerkt moet worden aan minder bureaucratie, minder administratie en verantwoordingslasten en meer werken als één organisatie. Samen met een personeelstekort betekent dat dat het kabinet kritisch moet kijken naar het functioneren van het Rijk. Elk ministerie onderzoekt nu mogelijkheden om te bezuinigen. Externe inhuur wordt, waar mogelijk, teruggebracht. Ook wordt bekeken of vacatures via kandidaten van extern moeten worden ingevuld, of dat intern naar oplossingen wordt gezocht. De gemaakte keuzes zullen inzichtelijk zijn bij de suppletoire begrotingen bij de voorjaarsnota 2025. We moeten dus afwachten wat dit daadwerkelijk qua financiën en dus begroting betekent.

Hierboven ziet u een opsomming van een aantal kostenposten waarmee de overheid wordt geconfronteerd. Niet opgenomen zijn de posten waarop al is aangegeven te gaan korten. Het wordt dus een moeilijk spel van ‘plussen en minnen’.

Minister Heinen van Financiën gaf een waarschuwing aan de regeringscoalitie die hoopt met financiële meevallers de begrotingstekorten te kunnen overbruggen. Hij is de mening toegedaan dat er vooral tegenvallers en veel wensen zijn. Er zijn al aanzienlijke tegenvallers die in de voorjaarsnota opgenomen moeten worden. Daarnaast liggen er ook voorstellen van partijen voor verlichting van levensonderhoud kosten voor huishoudens.

Complicatie hierbij is dat de coalitie de Tweede Kamer heeft toegezegd een aantal van de bezuinigingen uit het coalitieakkoord terug te draaien. Ondertussen geven gemeenten bij herhaling aan dat de bezuinigingen voor hen onuitvoerbaar zijn. Die bezuinigingen zullen ook ouderen treffen.

Bovendien moeten de plannen ook nog door de Eerste Kamer geaccordeerd worden. Per partij heeft men daar ook wensen.

Partijen zijn het zeer oneens over waar het geld vandaan moet komen. Afgesproken in het Hoofdlijnenakkoord is dat de cijfers van het CPB leidend zijn. Bovendien moet er bij tekorten eerst gesneden worden in de uitgaven. Zowel NSC als BBB menen dat het CPB de diverse posten niet juist berekent. Daardoor zal er aan het einde van het jaar veel meer geld overblijven dan nu wordt verwacht. De twee partijen willen wellicht de begrotingsregels wat minder strikt handhaven.

Minister Heinen plaatst echter een kanttekening bij de meevaller van 8 miljard euro. Hij meent dat de meevaller ontstaan is onder de aanname dat het kabinet veel geld niet zal uitgeven, omdat er bijv. een personeelstekort is. Dat hoeft echter geen bewaarheid te worden.

Er liggen dus nogal wat wensen. Komende tijd wordt de balans opgemaakt. Bedoeling is de voorjaarsnota in april gereed te hebben. Dan wordt de eerste versie van de voorjaarsnota in de ministerraad besproken. Indien ze er echt niet uit komen, is er nog één optie: problemen doorschuiven naar Prinsjesdag.

Joost Vullings en zijn visie over de nieuwe cijfers voor de coalitie

In een artikel van Een Vandaag verschijnt de visie van politiek commentator Joost Vullings. Hij meent dat een minister van Financiën hartstikke blij zal zijn met de hierboven genoemde meevaller. Maar, hij weet ook dat coalitiepartijen BBB en PVV wat minder gedisciplineerd zijn wat de begroting betreft en zouden kunnen veronderstellen dat het nu allemaal wat minder strak kan. Vullings noemt minister Heinen van Financiën (VVD) iemand van regels, van zuinigheid en iemand die graag ‘de hand op de knip wil houden’.

De coalitie staat nu voor de keuze om ‘de hand op de knip te  houden’, te bezuinigen of lastenverlichting voor de burgers te creëren. Het kabinet moet daarbij rekening houden met de begrotingsregels van de vier coalitiepartijen. Minister Heinen kan de drie andere partijen daar altijd aan houden. Alle vier partijen hebben veel wensen voor extra uitgaven.

Dat geld moet wel ergens vandaag komen. Vullings meent dat minister Heinen niet zomaar geld gaat  bijlenen of de  begroting laat oplopen. Bovendien, voor het terugdraaien van de btw-verhoging moet nog een dekking gevonden worden. Aan de bezuinigingen op de zorg moet nog gesleuteld worden. Kortom, er liggen minder aangename opdrachten die uitgevoerd moeten worden. En dan is nog niet eens gesproken over extra geld dat vrijgemaakt moet worden.

Met al deze aandachts- en discussiepunten, zo meent Vullings, is er sprake van een tussenformatie. Kijkend naar de geopolitieke ontwikkelingen, en misschien de mogelijkheid dat Nederland (mede) een vredesmacht moet gaan leveren in Oekraïne, moet er misschien nog meer geld bij. Dat loopt al snel in de miljarden. Als dit allemaal goed geregeld moet worden met elkaar, beland je in een soort tussenformatie. Financiële tegenvallers zijn in elk kabinet gebruikelijk. Die zijn op te lossen. Maar, dan moet men elkaar wel iets gunnen en bereid zijn om pijn te pakken. Bij de vier partijen speelt in hun achterhoofd dat er ieder moment weer verkiezingen kunnen komen. Ze willen dan niet iets hebben besloten dat ze in de campagne kwetsbaar maakt.

Al met al, zo meent Vullings, komen er spannende weken. Aanvang april 2025 moet het financiële werkstuk er liggen. Ondertussen is er ook nog een stikstofdiscussie, ook een belangrijk hoofdstuk in de voorjaarsnota.

Iedereen in Den Haag, van de coalitie tot de pers, zo meent Vulling, kijkt uit naar de ontwikkelingen tijdens de bespreking. Hij sluit af met: “Daarna weten we of we nog een kabinet hebben.”. (Bron: Een Vandaag)

Lees meer over: