Sparen of beleggen voor AOW’ers
Een terugtrekkende overheid maakt dat steeds meer mensen zelf vermogen willen opbouwen. Steeds meer mensen kiezen bijv. voor sparen als aanvulling op het pensioen. Moet het dan sparen worden? Of is beleggen verstandiger? Wat is dan wijsheid? Daar is niet zomaar een antwoord op te geven. Het is vooral afhankelijk van de focus en de termijn. Vaak is combinatiesparen een prima oplossing (daarover later meer)!
Geld opzij leggen is altijd een goed idee. Maar dan volgt de vraag: wat te doen? Sparen of beleggen?
Sparen is een veel gebruikte manier om geld opzij te zetten voor later. Veel Nederlanders hebben niet voor niets een spaarrekening. Sparen is veilig, overzichtelijk, geeft financiële rust. Maar, de rente is laag. Bovendien wordt het gespaarde bedrag lager door de inflatie.
Het verschil tussen sparen en beleggen is het risico en het rendement. Beleggen brengt meer risico, maar ook een hoger rendement dan bij sparen. Spaargeld is handig voor uitgaven op korte termijn. Beleggen is handig om te werken met geld dat op langere termijn beschikbaar is. De zekerheidszoekers zijn beter af met sparen. Beleggen is afhankelijk van hoeveel risico u wilt nemen. Door uw beleggingen te spreiden, kunt u het risico verlagen.
Klik snel door naar:
- Wanneer kiezen voor sparen, wanneer kiezen voor beleggen?
- Wat is sparen?
- Verschillende spaarvormen
- Voordelen van sparen
- Nadelen van sparen
- Wat is beleggen?
- Voordelen van beleggen
- Nadelen van beleggen
- Verschil tussen beleggen en speculeren
- Soorten beleggers
- Beleggingsfilosofieën
- Opname uit de spaarrekening of uit beleggingen om het besteedbare inkomen aan te vullen
- Combineer sparen en beleggen
- Tips om uw vermogen beter te laten renderen
Wanneer kiezen voor sparen, wanneer kiezen voor beleggen?
- Het begint met na te denken waarvóór u geld nodig heeft en wannéér. Indien u bijv. binnen 3 of 4 jaar een grote aankoop wilt doen, is sparen een goede optie. U spaart met een variabele rente, u kunt uw geld opnemen wanneer u dat wenst. Bovendien is het veiliger dan thuis bewaren. Ligt uw doel verder in de toekomst? U wilt bijv. eerder stoppen met werken, dan is beleggen een mogelijkheid. Dit heeft meer risico en er zijn kosten aan verbonden. Beleggen levert echter meer rendement op dan sparen. Belangrijk is echter: zorg dat u voldoende geld achter de hand houdt voor onvoorziene uitgaven. Die zijn er altijd. U weet op dit moment alleen nog niet wát ze zijn.
- Hoeveel risicobent u bereid te lopen? Beleggingen kunnen in waarde dalen. Er zijn methodes die het risico in de beleggingsportefeuilles stapsgewijs afbouwen tot de doeldatum. Maar, heeft u de zekerheid nodig dat u een bepaald bedrag ontvangt? Dan is sparen waarschijnlijk een betere optie.
- Hoe belangrijk is rendementvoor u? Vergelijk rentepercentages. Vergeet niet te kijken naar de inflatie. Uw geld verliest in de regel aan waarde.
- Vergeet de beheerkosten Bovendien berekenen de beleggingsfondsen ook kosten.
- Wilt u uw geld vrij kunnen opnemen? Of mag het vaststaan? Als u spaart, kun u het gespaarde bedrag meteen opnemen. Indien u het bedrag van uw beleggingen wenst op te nemen, kan het enige tijd in beslag nemen voordat u bij uw geld kunt. Uw beleggingen moeten namelijk eerst worden verkocht.
De hoogste spaarrente vindt u bij Raisin!
Als u spaart, reserveert u geld voor de toekomst. U geeft het niet direct uit. U houdt iets apart en maakt een financiële reserve. Later kunt u dan meer uitgeven dan het inkomen. Door sparen voorkomt u dat het vermogen negatief wordt (ook wel ontsparen of interen genoemd). Sparen kan via een spaarrekening bij de bank of zelfs thuis in een oude sok. Dat laatste betekent geen rente en bijv. verlies door bijv. brand of inbraak.
Nederlanders zijn een spaarvolk. Ons is ‘met de paplepel ingegoten’ dat het belangrijk is geld achter de hand te houden voor (on)verwachte of grote uitgaven. Sparen gebeurt meestal geleidelijk (tenzij men een loterij wint, of bijv. plotseling een erfenis ontvangt).
Bij sparen bij een bank, bestaat het rendement uit de ontvangen rente uit het spaartegoed. We hebben, zeker de laatste jaren, bemerkt dat de rente fluctueert. Dat betekent dus ook iets voor het rendement. Kijkend naar de actuele ontwikkelingen van de rentestanden en de huidige inflatie, kan het gebeuren dat het vermogen (in verhouding) afneemt.
Een spaarrekening biedt zekerheid. Het spaartegoed kan (soms onder bepaalde voorwaarden) opneembaar zijn. Er is geen hoofdsomrisico (tenzij het een vreemde valutarekening is). Sparen is en blijft daarmee zeer geschikt om als extra achter de hand te hebben voor onverwachte uitgaven.
In de economie worden drie motieven voor sparen aangegeven:
- Zekerheidsmotief: de spaarder stelt consumptie uit en houdt het spaarsaldo aan voor het financieel opvangen van onverwachte situaties.
- Inkomensmotief: met het spaargeld wil de spaarder nieuw inkomen genereren, bijv. rente op het spaarvermogen of opbouw van een pensioen.
- Consumptiespreidingsmotief (oftewel doelsparen): de spaarder stelt de consumptie uit en houdt rekening met toekomstige behoeften (bijv. aanschaf van een auto, verbouwing keuken enz.).
Sparen is altijd veiliger dan beleggen (over beleggen later meer). Er zijn geen prijsschommelingen. Bovendien is een spaarbedrag tot € 100.000,00 per rekeninghouder ook nog eens gegarandeerd door het Depositogarantiestelsel. Mocht de bank failliet gaan, dan krijgt u het gespaarde bedrag gegarandeerd terug. Bij sparen kunt u ook precies overzien wat u aan het einde van de spaarperiode gespaard heeft.
Vraag een gratis spaarrekening bij Raisin aan en ontvang de hoogste spaarrente van Europa!
- Vrij opneembare spaarrekening. Het woord ‘vrij’ zegt het al: u kunt op elk gewenst moment bij uw geld. Het spaargeld stijgt of daalt, afhankelijk van de rentestanden.
- Depositosparen. U zet uw geld voor langere tijd vast. U kunt dus niet op elk gewenst moment bij uw geld, maar ontvangt wel een hogere rente. Dat is een veilige gedachte. Maar, mocht de rente tussentijds stijgen, dan stijgt het overeengekomen rentepercentage niet mee.
- Kinderspaarrekening of zakelijke spaarrekening. Deze spaarrekening is speciaal voor kinderen of voor zzp’ers en ondernemers.
Indien u van zekerheid, overzicht en financiële rust houdt, is sparen een goede vorm van geld opzij zetten.
- Veilig: uw spaargeld is verzekerd tot € 100.000,00 per bank.
- Zekerheid: het bedrag van uw spaargeld verandert niet.
- Toegankelijkheid: bij de meeste spaarrekeningen kunt u op elk gewenst moment geld opnemen.
- Geringe vaste kosten: een spaarrekening heeft meestal een vast (gering) bedrag aan kosten per maand.
Als u uw geld wilt laten groeien, is het zinvol over onderstaande nadelen na te denken.
- Lage rente: de actuele spaarrente is veelal rond de 1 procent. Groeien doet uw spaarbedrag dus niet.
- Inflatie: op dit moment een veel besproken onderwerp. Met sparen verliest u zelfs, vanwege de inflatie. De prijzen stijgen, maar uw kapitaal niet. Dat betekent dat met iedere euro die u nu spaart, u minder in de toekomst zult kunnen kopen dan nu. Dat betekent dus concreet: koopkrachtverlies!
- Vermogensbelasting: tot € 57.684,00 (2025) betaalt u geen belasting. Over het meerdere draagt u een deel af aan de fiscus.
Een voorbeeld: u spaart 20 jaar lang € 100,00 per maand. Dat betekent per jaar € 1.200,00 sparen. Bij een rente van zo’n kleine 2 procent bedraagt het gespaarde bedrag € 29.472,00, inclusief spaarrente. Op dit moment is de situatie zo dat er belasting over uw spaargeld wordt geheven, indien u meer dan € 57.684,00 aan vermogen heeft. Indien u een fiscaal partner heeft, komt u op het dubbele uit. Dus: ruim een ton spaargeld voordat daarover belasting wordt geheven. Later volgt hetzelfde voorbeeld in de vorm van beleggen.
Samengevat
Vermogen opbouwen begint altijd met sparen. Sparen is veilig, maar met een beperkt rendement. Beleggen is risicovoller, maar biedt een hoger rendement.
Beleggen is een vorm van investeren. Hierbij wordt geld vastgelegd voor langere of kortere tijd. Het doel is in de toekomst financieel voordeel te behalen. Het is een ruil: men biedt kapitaal in ruil voor onzekere inkomsten in de toekomst. De inleg kan dus stijgen, maar ook dalen! De mogelijkheid op rendement is hoger dan bij sparen. Om dat risico zo veel mogelijk te beperken, wordt er bij beleggen vaak belegd in fondsen met een positieve wereldspreiding. Het rendement van beleggingen bestaat uit rente, dividend, huur, pacht of de waardeontwikkeling van de beleggingen, onder aftrek van de kosten van het beleggen.
Eigenlijk beleggen we allemaal zowel indirect of direct. Ook al wordt er vaak een onderscheid gemaakt tussen sparen en beleggen, feitelijk bedoelt men hetzelfde: geld wordt uitgezet tegen een vergoeding. Daarbij wordt risico gelopen. Vaak omschrijft men dit ook als investering. Een belegging is echter vooral gericht op rendement zonder verdere inzet.
We lopen ook risico bij onze bank. Hier is sprake van een zgn. debiteurenrisico. Ook een spaarbank kan failliet gaan! Met name daarom is het Depositogarantiestelsel zo belangrijk! Zeker op dit moment worden we geraakt door het inflatierisico. Een rentepercentage ónder het inflatiepercentage maakt dat het geld minder waard wordt. En wat dacht u van de pensioenfondsen en pensioenverzekeraars die gelden uitzetten in obligaties en aandelen? Daarin zit ons aller geld. Dit gebeurt soms ook in combinatie met producten als opties en beleggingen uit hedgefondsen.
Het rendement op de belegging hangt nauw samen met het risico dat de belegger neemt. Aandelen bijv. hebben een hoger risico dan obligaties. Liquide middelen hebben minder risico dan obligaties. Vastgoed bevindt zich tussen obligaties en aandelen. Beleggers proberen dus zo veel mogelijk rendement te maken bij een zo min mogelijk risico.
Beleggen wordt vaak vergeleken met speculeren. Dat is een onterechte vergelijking. Bij speculeren op korte termijn, zoals bij crypoto’s en opties, accepteert de belegger veel risico te lopen als de ontwikkelingen negatief uitvallen. Hierover later meer.
- Het verwáchte rendement is hoger dan bij sparen. Voorwaarde is wel dat de belegger het vermogen over een langere periode belegt en het vermogen goed spreidt.
- Bij bepaalde vormen van beleggen ontvangt u ieder jaar een bedrag in de vorm van rente of dividend.
- Bij obligaties ontvangt u elk jaar rente.
- Bij aandelen ontvangt u mogelijk dividend, dat is afhankelijk van het bedrijfsresultaat van het bedrijf waarvan u (mede-)aandeelhouder bent.
- Bij het beleggen in een tweede woning, kunt u huuropbrengsten genereren.
- Bij een positieve koerswinst kunt u uw beleggingen met winst verkopen. Het kan echter ook negatief uitpakken.
Let op:
- Niet alle beleggingen geven rente of dividend. Dan vormt de koerswinst de basis voor het eventuele rendement.
- Belangrijk is dat u controleert of het om bruto of netto rendement gaat. Check vooral het netto rendement, maar ook dat is slechts een indicatie, waaraan geen zekerheid verbonden is. Bij het bruto rendement moeten de kosten en de premies nog verdisconteerd worden.
- Financiële risico’s: rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Zeker in deze turbulente tijden is het rekening houden met koerswijzigingen noodzakelijk.
- Servicefee of andere vaste kosten over het belegd vermogen.
- Informeer tevoren welke vergoeding een financieel adviseur of een vermogensbelegger berekent. Overigens is het voor banken, beleggingsadviseurs en vermogensbeheerders verboden om vergoedingen te ontvangen van beleggingsfondsen.
- Uitsluitend professionals met een vergunning van de Autoriteit Financiële Markten mogen beleggingsadviezen geven.
- De kosten van de dienstverlening moet inzichtelijk zijn. Daartoe dient de adviseur u een ‘Vergelijkingskaart’ aan te bieden.
Let erop dat u een zgn. Essentiële Informatie Document (EID) ontvangt, waarin een risico-indicator aangeeft hoe risicovol de belegging is.
Verschil tussen beleggen en speculeren
Beleggen:
- De belegger investeert voor de lange termijn (3 jaar of langer) in aandelen en obligaties van bedrijven, projecten en overheden.
- Het rendement ontstaat doordat bedrijven, overheden en projecten waarde creëren voor de maatschappij. Hier staan inkomsten tegenover.
- Deze inkomsten leiden tot een rendement (dividend, rente en koersresultaat).
- De belegger bepaalt zelf hoeveel risico hij/zij wenst te nemen en kiest zelf voor aandelen of obligaties of een combinatie van beide, brengt zelf spreiding aan, belegt met geld dat voor een langere periode vrij beschikbaar is.
- Indien de belegger kiest voor een beleggingsfonds, wordt de spreiding overgelaten aan experts. Het risiconiveau en de termijn bepaalt de belegger zelf.
- De belegger belegt voor de lange termijn (3 jaar of langer). De lengte van de termijn bepaalt de kans op een goed rendement. Tussentijdse koersdalingen hebben minder effect op het eindresultaat.
Speculeren:
- Doel is winst op korte termijn als gevolg van koersstijgingen (met bijv. crypto’s, opties, goud of aandelen).
- Eventuele winst is afhankelijk van slimheid of meer geluk dan anderen.
- De vergelijking wordt regelmatig gemaakt met gokken. Er is veel te winnen, maar ook veel te verliezen.
- Er is sprake van een hoog risico.
- Het gaat om rendement op korte termijn.
- Particuliere beleggers: zij wenden hun kapitaal aan om te investeren in individuele aandelen of beleggingsfondsen. Particuliere beleggers kunnen ook investeren in vastgoed. Steeds meer particuliere beleggers beleggen in cryptovaluta. Deze nieuwe assetklasse moet zich op de lange termijn echter nog bewijzen. Deze vorm van beleggen heeft een hoog risico en is vooral populair bij jongeren en middelvolwassenen.
- Institutionele beleggers: deze instellingen beheren het vermogen van bijv. pensioenfondsen of verzekeringsmaatschappijen. Ten opzichte van hun polishouders bestaan er financiële verplichtingen. De hun toevertrouwde premies moeten voldaan kunnen worden. Ze beleggen vaak in zeer grote bedragen.
- Ondernemingen: grote ondernemingen zijn vaak actief bij het uitzetten van tijdelijke en niet benodigde liquide middelen, of bij het aantrekken van middelen bij tijdelijke liquiditeitstekorten.
- Beleggers die beleggen op basis van macro-economische kortetermijnverwachtingen.
- Beleggers die aandelen gespreid beleggen die gelijk zijn aan de aandelen van de aandelenmárkt (het zgn. indexbeleggen).
- Beleggers: die trachten koersen te voorspellen aan de hand van koersgegevens uit het nabije verleden (de zgn. technische analyse).
- Beleggers die, op grond van verwachtingen t.a.v. de toekomstige groei van de winsten, gelden beleggen.
- Beleggers die de actuele waarde van beleggingen proberen in te schatten en proberen te profiteren van de actuele marktwaarde (de zgn. waardebeleggers).
Op termíjn is beleggen altijd rendabeler dan sparen. En nu naar het eerdergenoemde maandelijkse spaarbedrag van € 100,00 per maand, dat u gaat beleggen. Natuurlijk is dat ‘koffiedik kijken’. De S&P500 index (een toonaangevende index die de grootste 500 Amerikaanse bedrijven volgt) laat over de afgelopen 30 jaar een gemiddeld rendement zien van 11 procent per jaar. We gaan in ons voorbeeld uit van een rendement van 8 procent. Na 20 jaar staat op uw beleggingsrekening een bedrag van € 57.266,00. Vergelijkt u deze eindsom a.u.b. met de eindsom bij sparen.
N.B. Dit is een indicatieve berekening. Zelfs bij een lager rendement, blijft het verschil groot.
Maar, beleggen is risicovoller dan sparen! Daarom is het verstandig goed gespreid en voor de lange termijn te beleggen. Daarmee is het nog steeds risicovol, maar het risico is al geringer.
Beleggen zonder spaargeld, is geen goed plan. Beleg alleen met geld dat u over heeft. Zorg ervoor dat er altijd voldoende geld op de rekening staat om financiële tegenvallers te kunnen opvangen. Zonder geld achter de hand, is beleggen geen goede optie! Nederlanders zijn vooral spaarders. Ze zijn meestal voor de zekerheid. Toch kan beleggen een hele goede optie zijn. Mocht u dat overwegen, laat u dan door deskundigen adviseren. Beleggen is geen eenvoudige materie. Bovendien: u kunt uw geld maar één keer uitgeven!
Opname uit de spaarrekening of uit beleggingen om het besteedbare inkomen aan te vullen
Misschien overweegt u dit wel en wenst u jaarlijks een deel van uw spaarrekening of uw belegging op te nemen.
Kiest u voor een aantal deposito’s met vaste rente met een oplopende looptijd van 2 jaar en verder, dan kunt u een deel van uw vermogen vrijmaken voor geplande uitgaven. Afhankelijk van de omvang van uw vermogen, kan een eventueel voor u persoonlijk opgestelde obligatieportefeuille passend zijn. Dit vermogen heeft dan een zgn. inkomensdoel. Het resterende vermogen kunt u dan beleggen voor een lange(re) termijn. Belangrijk daarbij is echter dat u zich realiseert dat, indien u uw besteedbare inkomen wilt aanvullen uit (het rendement van uw) beleggingen, een opname uit beleggingen in bijv. een jaar waarin er sprake is van waardedáling, de verdere waardeontwikkeling van het vermogen om in de jaren daarop (een gemiddeld te verwachten positief) rendement te behalen, zal dalen. Andersom kan natuurlijk ook; een bovengemiddeld rendement kan u in een bepaald jaar de mogelijkheid geven vermogen te reserveren voor geplande uitgaven later.
Een beleggingsportefeuille is geschikt voor het opbouwen van vermogen en het aanvullen van uw besteedbare inkomen op lánge(re) termijn, eveneens rekening houdend met de effecten van inflatie. Een spaarrekening of depositie daarentegen, kent deze waarde schommelingen niet. Aan de belegger de keuze wat past bij het inkomensdoel.
De combinatie sparen en beleggen is in opmars. Misschien is het interessant voor u om een deel van uw spaargeld te beleggen? Dat kan relevant zijn indien u maandelijks voldoende geld overhoudt voor onvoorziene uitgaven én als u bereid bent meer risico te nemen om daarmee een hoger rendement te behalen.
U twijfelt over een u passende keuze? Er zijn diverse aanbieders in de markt die u de mogelijkheid bieden om te sparen en te beleggen.
- U bepaalt zelf hoeveel u spaart en welk deel u voor welke periode belegt.
- U bundelt daarmee de krachten van sparen met de krachten van beleggen.
- U ontvangt een bonusrente op een deel van uw spaargeld door ook te beleggen.
- Uw vermogen groeit daardoor sneller.
- U betaalt vaak geen beheerkosten gedurende het eerste jaar.
- Uw bonusrente ontvangt u jaarlijks.
Tips om uw vermogen beter te laten renderen
- Zoek een spaarrekening met een rendement dat hoger is dan de inflatie.
- Controleer of het Nederlandse Depositogarantiestelsel van toepassing is bij de partij/bank waar u uw geld stort.
- Beleg een deel van uw spaargeld dat u minimaal vijf jaar vrij beschikbaar heeft.
- Beleggingen renderen op de lange termijn vaak beter dan de inflatie.
Lees meer over: