AOWeetjes van juni 2025
Hieronder treft u een aantal nieuwsberichten aan die voor AOW’ers van belang (kunnen) zijn. Het is slechts een greep uit de vele. AOW.nu heeft geprobeerd de belangrijkste over de periode mei 2025 er uit te filteren.
Klik snel door naar:
- Energie
- Daling gasprijs en het aanbod van Energiebesteding
- Gasprijs naar hoogste niveau
- Gas- en olieprijs stijgen door ontwikkelingen in het Midden-Oosten
- Voorkom betálingen voor overtollige energie
- Salderingsregeling en terugleververgoeding
- Essent verhoogt de terugleververgoeding
- Vattenfall: nieuw daltarief voor consumenten die vaak thuis zijn
- Netcongestie tegengaan: Eneco herontdekt piek- en dalurencontract
- Eneco betaalt klanten met zonnepanelen ook bodemprijs voor overtollige stroom na afschaffen salderingsregeling
- Verdwijning salderingsregeling: is een dynamisch energiecontract de oplossing?
- Electriciteitsnet Noordzee betekent een flinke stijging energierekening
- Jaarlijks overstappen is jaarlijks voordeel
- Geld en financiën
- Nieuwe bankbiljetten
- Inflatie mei 2025: Nederland spant de kroon
- Verwachte stijging WOZ-waarde tussen 9,5 en 11,5 procent in 2026
- Wat geeft de gemiddelde Nederlander jaarlijks aan vaste lasten uit?
- Halvering eigen risico werkt voor velen juist nadelig
- ‘Boodschappenbonus’ vervalt
- De Sociale Verzekeringsbank meent: AOW-regels moeten eenvoudiger
- Einde kabinet Schoof kan ervoor zorgen dat Nederland Europees geld misloopt
- Klimaat
- Temperaturen blijven stijgen
- Pensioenen
- Pensioenfondsen zien hun beleggingen in het eerste kwartaal vn 2025 in waarde verminderen
- Herstel vermogens pensioenfondsen na forse klap op beurzen
- Vervoer
- Wonen
- Tienduizenden huurwoningen worden gesloopt, bewoners wacht gedwongen vertrek
- Stijging huurprijzen met ingang van 1 juli 2025
- Tot 1 sepember 2025 met terugwerkende kracht huur- en zorgtoeslag aanvragen
- Regels voor huurtoeslag per 2026
- Veel senioren willen wel verhuizen, maar dan moet het wel kúnnen
- Speciale nieuwbouw voor ouderen kan van grote invloed zijn op de rest van de woningmarkt
- Slechts 7,5 procent van de ouderen heeft interesse in een kamer in een verzorgingshuis
Energie
Daling gasprijs en het aanbod van Energiebesteding (partner van bijna alle grote seniorenorganisaties)
Op 9 juni 2025 publiceert Plusonline dat de gasprijs 40 procent gedaald is. Geadviseerd wordt daarvan te profiteren en een contract af te sluiten over de laagste actuele gasprijs, zijnde € 1,11 per m3. Met name bij een variabel, dynamisch of aflopend contract, zou dit een uitstekend moment zijn om te profiteren van het laagste gastarief van Nederland; 1 jaar vast voor slechts € 1,11 per m3, inclusief btw en energiebelasting. Daarmee is een lage gasprijs voor minimaal de winter 2025-2026 gegarandeerd.
Profijt zou gemaakt kunnen worden van het gegeven dat bij een dynamisch zomercontract de stroom nagenoeg gratis of zelfs negatief is tussen april en oktober. In de winter stijgen de uurtarieven. Advies: combineer het dynamische zomercontract met een vast wintercontract. Indien u nu kiest voor een dynamisch zomercontract, ontvangt u tijdig een vast contract vanaf oktober tot en met maart. U kiest zelf of u dat wenst.
Wie biedt dit aan? Energiebesteding is al jaren de vaste energiepartner van bijna alle grote seniorenorganisaties. Structureel bijzonder lage tarieven, een uitstekende ‘ouderwetse’ klantenservice, een zeer goede telefonische bereikbaarheid, een mooi en overzichtelijk klantenportaal en een maandelijks overzicht van verbruik en kosten aan de afnemers per mail. Wilt u meer weten? Google dan op energiebesteding.com en klik door naar blijvend lage tarieven. U kunt Energiebesteding ook bellen: 085 – 486 33 60.
Op 13 juni 2025 publiceert nu.nl dat de Europese gasprijzen diezelfde dag zijn gestegen tot het hoogste niveau sinds april dit jaar. De oplopende spanning in het Midden-Oosten na de Israëlische aanval op Iran is daar debet aan. Vrijdagmiddag bedroeg voor handelaren de prijs voor een megawattuur gas zo’n € 38,00, een stijging van 5 procent. Sinds begin april 2025 was de prijs niet meer zo hoog. Als de gasprijzen langere tijd hoog blijven, kan dat gevolgen hebben voor de energierekening van huishoudens. Dat geldt ook voor de prijs van stroom, omdat die vaak met gas wordt opgewekt.
Energievergelijk publiceert op 17 juni 2025: de gemiddelde gasprijs van alle Nederlandse energieleveranciers komt gemiddeld uit op € 1,306 per m3, inclusief energiebelasting en btw. Tussen de verschillende contracten kan echter een groot verschil zitten in de kosten voor gas.
Gas- en olieprijs stijgen door ontwikkelingen in het Midden-Oosten
Op 24 juni 2025 publiceert rtl.nl dat de gasprijs op de beurs de afgelopen week fors is gestegen door het conflict in het Midden-Oosten. Energieleveranciers kopen hun gas grotendeels vooraf in. Nu wordt het voor hen duurder om gas in te kopen. Dat betekent dat de consument op een later tijdstip met een stijgende gasprijs geconfronteerd wordt. De stijging heeft vooral te maken met de vrees dat Iran op een zeker moment de Straat van Hormuz zal afsluiten. Veel vloeibaar gemaakt aardgas (lng) wordt uit de Golfstaten vervoerd door tankers, onder meer naar Europa. Niet alleen het vervoer zou dan stil komen te liggen, ook zou Iran die tankers onder vuur kunnen nemen. Zakenman Goldman Sachs meent dat bij afsluiten van de Straat van Hormuz, de gasprijs zou kunnen stijgen naar meer dan € 70,00 per megawattuur. Bij een langer aanhoudende blokkade zou de prijs zelfs naar € 100,00 kunnen gaan, zo meent Goldman Sachs.
Ook olie werd sinds het begin van de maand ongeveer een kwart duurder. Iran is een grote olieproducent. Door de Straat van Hormuz wordt veel olie vervoerd. Bij het sluiten daarvan, daalt het olieaanbod fors. Gevolg is dat de prijzen zullen stijgen. De angst voor wat er zou kunnen komen, zorgt ervoor dat er nu al een hogere prijs wordt betaald.
Automobilisten bemerken tot nu toe slechts een geringe stijging. Sinds het begin van de oorlog is de prijs voor een liter benzine langs de snelweg met zo’n 4 cent gestegen (gegevens UnitedConsumers).
Voorkom betálingen voor overtollige energie
Incidenteel kan het voor komen dat betaald moet worden voor de overtollige energie die teruggeleverd wordt aan het net. Dit gebeurt met name bij negatieve injectietarieven (wanneer het aanbod de vraag overstijgt), of wanneer de terugleverkosten in rekening worden gebracht door de energieleverancier. Sommige energieleveranciers brengen namelijk terugleverkosten in rekening voor de stroom die wordt teruggeleverd, ongeacht de electriciteitsprijs. Deze kosten worden vaak berekend op basis van de hoeveelheid teruggeleverde stroom. Dit komt, omdat bij dynamische energiecontracten de prijs van electriciteit elk uur verandert. Als de prijs negatief is, moet de teruggeleverde stroom worden betaald.
Hoe dit te voorkomen?
- Zelf meer stroom gebruiken (door bijv. de electrische apparaten in te schakelen zoals wasmachine, strijken, electrisch koken enz.) op momenten dat de zonnepanelen veel stroom produceren.
- Een smart grid gebruiken. Een smart grid stuurt apparaten aan die automatisch stroom opslaan en gebruiken wanneer de prijs laag is of wanneer de zonnepanelen veel stroom produceren.
- Een thuisbatterij gebruiken. Deze kan de opgewekte stroom opslaan en later gebruiken. Daardoor hoeft er minder stroom teruggeleverd te worden aan het net.
- Energieleveranciers vergelijken. Sommige hanteren geen of lagere terugleverkosten, of bieden dynamische contracten aan met een variabele prijs.
- Overwegen om met anderen uw overschot aan energie te delen. U hoeft deze dan niet terug te leveren.
Salderingsregeling en terugleververvoeding
De salderingsregeling voor zonnepanelen eindigt op 1 januari 2027. Vanaf die datum kunt u de teruggeleverde stroom niet meer verrekenen met uw verbruik. In plaats daarvan ontvangt u een terugleververgoeding. Die terugleververgoeding moet tot 2030 maximaal 50 procent van uw kale leveringstarief zijn.
Situatie met ingang van 2027:
- de mogelijkheid om de teruggeleverde stroom te verrekenen met het eigen verbruik verdwijnt vanaf 2027;
- u ontvangt tot 2030 een vergoeding voor de teruggeleverde stroom die minimaal 50 procent van het leveringstarief moet zijn;
- sommige energiebedrijven bieden contracten aan waarbij u contractueel nog kunt salderen, zelfs na het einde van de salderingsregeling;
- de wetgeving omtrent afschaffen van de salderingsregeling is definitief;
- de terugleververgoeding moet minimaal de helft van het tarief zijn dat uw energieleverancier rekent;
- de terugverdientijd van zonnepanelen wordt langer na de afschaffing van de salderingsregeling;
- terugleverkosten, oftewel terugleverboete, kunnen dalen na 2027;
- het is raadzaam andere manieren te zoeken om energie op te slaan of te gebruiken;
- de ACM controleert de terugleververgoedingen.
Essent verhoogt de terugleververgoeding
Met ingang van 1 juli verhoogt Essent de terugleververgoeding voor klanten met zonnepanelen van € 0,055 naar € 0,15 per kWh. De verhoging geldt uitsluitend voor klanten met een vast of variabel contract. Essent belooft dat alle klanten hierdoor minimaal € 0,02 overhouden na het salderen. De vergoeding wordt automatisch verrekend op de jaar- of eindafrekening. De salderingsregeling, die op dit moment stroomteruglevering verrekenbaar maakt, stopt in 2027.
Vattenfall: nieuw daltarief voor consumenten die vaak thuis zijn
Als tweede grote energieleveranciers introduceert Vattenfalll een nieuw energiecontract voor consumenten (waaronder dus veel AOW’ers) die overdag thuis zijn. Met Tijd Prijs Trend kunnen zij profiteren van lagere tarieven in de middag, zonder continu de energiemarkt op de voet te moeten volgen. Dit nieuwe contract richt zich specifiek op de meer dan twee miljoen Nederlandse huishoudens die veel thuism zijn. Zij kunnen het energiebedrijf bewust kiezen wanneer ze energie verbruiken.
Het betreft hier een 1-jarig stroomcontract. Op werkdagen van 12.00 tot 16.00 uur geldt er een lager tarief dan bij een regulier, vast contract. In de weekenden tussen april en september is het nog voordeliger, wanneer tijdens dezelfde uren uitsluitend energiebelasting en netbeheerkosten worden berekend, zonder variabele kosten.
In de wintermaanden, van oktober tot en met maart, geldt een andere optie. Dan zijn er daluren tussen 12.00 en 16.00 uur op alle dagen, met een extra voordelig tarief tijdens de nacht tussen 01.00 en 06.00 uur. Daarmee wordt niet uitsluitend het belang van de consument beoogd, het helpt ook bij het aanpakken van uitdagingen zoals netcongestie. Samen bijdragen aan een duurzame én betaalbare toekomst voor iedereen, zo is de visie.
Het contract is meteen af te sluiten voor nieuwe en bestaande klanten met een slimme meter.
Netcongestie tegengaan: Eneco herontdekt piek- en dalurencontract
Om de netcongestie op het electriciteitsnet tegen te gaan, presenteert Eneco een nieuw energiecontract voor consumenten. Het nauwelijks nog gebruikte dal- en normaaltarief gaat veranderen. De daluren, met goedkope stroom, zijn nu niet meer alleen in de nacht, maar ook overdag tussen 10.00 en 17.00 uur van kracht. Een volgend dalmoment is tussen 22.00 en 05.00 uur. De stroomprijs wordt in deze tijdsspanne met 30 procent verlaagd. De ruimere tijden maken dat een aantal activiteiten in deze uren gepland zouden kunnen worden (bijv. (af)wasmachine aanzetten, electrische auto of fiets opladen). Indien heel veel huishoudens dit structureel zouden doen, kan de stroompiek flink dalen. Bovendien kunnen de benodigde investeringen om netcongestie tegen te gaan, verminderd worden. Deze investeringen worden aan de klanten doorberekend. Samen de daluren goed gebruiken, zou betekenen dat de stroomprijzen minder hoeven te stijgen.
Eneco betaalt klanten met zonnepanelen ook bodemprijs voor overtollige stroom na afschaffen salderingsregeling
Ook Eneco betaalt klanten met zonnepanelen vanaf 2027 een bodemprijs voor overtollige stroom die zij terugleveren aan het net. Eneco wil de klanten dan € 0,25 per kWh electriciteit vergoeden. Een huishouden met een volledig dak van zonnepanelen kan hiermee ongeveer € 10,00 per jaar verdienen,
Verdwijning salderingsregeling: is een dynamisch energiecontract de oplossing?
Het verdwijnen van de salderingsregeling betekent dat zonnestroom nog minder waard wordt. Dan is het tijd om een nieuwe strategie te kiezen. Het dynamisch energiecontract lijkt daarbij misschien een alternatief te worden, zo meldt energievergelijk.nl op 10 juni 2025. Het verdwijnen van de salderingsregeling betekent dat u straks een (vaste) vergoeding van de energieleverancier ontvangt. Voor zover nu bekend, zal de hoogte van deze vergoeding aan de lage kant zijn. Ook blijft u terugleverkosten betalen.
Twee grote energieleveranciers hebben bekend gemaakt hoe zij vanaf 2027 en daarna met de terugleverkosten omgaan.
- Bij Innova Energie is de teruggeleverde electriciteit circa 1 cent per kWh waard.
- Bij GreenChoice is de teruggeleverde electriciteit circa 0,25 cent per kWh waard.
De genoemde terugleververgoeding is netto, dus inclusief terugleverkosten.
Het lijkt erop dat een dynamisch contract de mogelijkheid biedt de terugleverkosten te vermijden en zoveel mogelijk terug te krijgen voor teruggeleverde electriciteit. Als grote voordeel geldt dat met een dynamisch contract het verbruik en de teruglevering te sturen zijn naar een moment van de dag waarom de stroom goedkoper of duurder is. Veel zonneschijn of harde wind, maken electriciteit over het algemeen heel goedkoop of zelfs gratis. Dan is het de tijd om te wassen, te drogen, de electrische boiler te benutten of de electrische auto op te laden. Op momenten waarop de stroomprijs hoger is, is het zinvol zo min mogelijk electriciteit te gebruiken.
Maar, bij dynamische contracten is er geen vaste terugleververgoeding. Deze is namelijk afhankelijk van de uurprijs. Ieder dynamisch contract is anders. Daarom is het belangrijk goed te vergelijken en de voorwaarden te controleren. Sommige dynamische leveranciers berekenen ook inkoopkosten over zowel het electriciteitsverbruik als de teruglevering. Resultaat: verborgen terugleverkosten!
Onderstaande aanbieders brengen deze (verborgen) inkoopkosten in rekening over de stroom die aan het net wordt teruggeleverd:
– Innova Energie: 2,53 ct/kWh;
– Next Energy: 2,19 ct/kWh;
– Eneco: 2,05 ct/kWh;
– Energiek: 1,80 ct/kWh;
– Frank Energy: 1,27 ct/kWh;
– Easy Energy: 1,21ct/kWh.
Dat betekent dat deze kosten worden ingehouden op de bruto terugleververgoeding. De uiteindelijke vergoeding per kWh is dus lager.
Onderstaande aanbieders brengen deze (verborgen) inkoopkosten niet in rekening over de stroom die aan het net wordt teruggeleverd.
De hoogste terugleververgoeding geeft Zonneplan. De vergoeding bestaat uit:
– de dynamische marktprijs;
– een vaste terugleveropslag van 2 ct/kWh;
– plus een zonnebonus van 20 procent over het totaalbedrag.
Op dit moment heeft ongeveer een half miljoen huishoudens een dynamisch contract. Indien de terugleverkosten gehandhaafd blijven en deze vanaf 1 januari 2027 zo’n 1 cent per kilowattuur is, wordt een dynamisch contract veel aantrekkelijker voor de bezitters van zonnepanelen. Veelal ligt de marktprijs voor stroom namelijk ver boven 1 cent. Huishoudens die veel stroom terugleveren, kunnen op jaarbasis een behoorlijk verschil realiseren.
Electriciteitsnet Noordzee betekent een flinke stijging energierekening
De komende 15 jaar is 88 miljard euro benodigd om de aanleg van infrastructuur voor windparken op de Noordzee te realiseren. De investeringen zijn nodig om de klimaatdoelen te halen en genoeg duurzame electriciteit op te wekken. De energiebedrijven krijgen daarvoor geen subsidie. De kosten? Die worden verhaald via de energierekening van huishoudens en bedrijven. In 2024 betaalde een gemiddeld huishouden € 400,00 per jaar voor het gebruik van het electriciteitsnet. Dit dreigt op te lopen naar € 1.100,00 in 2040.
Jaarlijks overstappen is jaarlijks voordeel
Energieleveranciers bieden nieuwe klanten vaak aantrekkelijke kortingen aan in de vorm van een eenmalige korting of lagere tarieven. Vergelijk daarom jaarlijks de tarieven en profiteer van de laagste tarieven. Er zijn leveranciers die hun klanten bij contractverlenging een korting aanbieden. Vaak zijn de kortingen voor nieuwe klanten echter aantrekkelijker. Vergelijken loont altijd!
Geld en financiën
De Europese Centrale Bank is bezig met een nieuwe serie eurobankbiljetten. Nieuwe thema’s zijn: Europese cultuur (belicht bekende Europeanen en Europese ruimtes), vogels en rivieren (weerbaarheid en diversiteit van de natuur, aangevuld met afbeeldingen van Europese instellingen). Ook zullen ze nieuwe veiligheidskenmerken bevatten, zoals een portretraam met een afbeelding van Europa en een hologram (om vervalsing tegen te gaan). De huidige bankbiljetten blijven geldig, ook na introductie van de nieuwe bankbiljetten. De uitgifte van 500 eurobiljetten is sinds 2019 gestopt. Deze biljetten werden voornamelijk voor criminele doeleinden gebruikt.
Op het vijfje staat straks Maria Callas óf een rotskruiper. Op het tientje staat straks Ludwig von Beethoven óf een ijsvogel. Welk thema het wordt, weten we in 2026. 2025 Is de ontwerpwedstrijd. Dan start de productie van de biljetten. Al met al duurt het dus nog meerdere jaren voordat de nieuwe biljetten in omloop zijn.
Inflatie mei 2025: Nederland spant de kroon
In mei 2025 was het dagelijks leven 3,3 procent duurder dan een jaar eerder. Weliswaar was dat een geringe daling, maar de Nederlandse inflatie ligt nog ruim boven het gemiddelde in de eurozone. Op basis van de Europese rekenmethode kwam de inflatie in mei uit op 3 procent. Dat is lager dan in april 2025. De EU hanteert een andere rekenmethode dan het CBS: de kosten voor wonen in een eigen huis worden niet meegeteld. De reden van de relatief hoge inflatie in Nederland komt volgens economen mede omdat de lonen erg snel zijn gestegen. Om de hogere loonkosten te compenseren, verhogen bedrijven hun prijzen.
Verwachte stijging WOZ-waarde tussen 9,5 en 11,5 procent in 2026
Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldt dat de WOZ-waarde verder zal stijgen: tussen de 9,5 en 11,5 procent stijging wordt verwacht in 2026. Dit jaar (2025) is de stijging 5 procent. De gemiddelde WOZ-waarde bedraagt nu € 398,000,00. Het stijgen van de WOZ-waarde is gelegen in de aanhoudende schaarste op de woningmarkt en de stijgende huizenprijzen. De gemeente bepaalt de WOZ-waarde van uw woning. De kans bestaat dat de WOZ-waarde te hoog is. In dat geval kunt u bezwaar aantekenen. AOW.nu houdt u op de hoogte.
Wat geeft de gemiddelde Nederlander jaarlijks aan vaste lasten uit?
Sinds 2019 is de gemiddelde Nederlander jaarlijks ongeveer € 2.300,00 kwijt aan vaste lasten (huur, energierekeningen, zorgpremies, levensmiddelen en andere noodzakelijke artikelen). Dat is een stijging van 11 procent. Het Nibud heeft becijferd dat dit voor huishoudens met een modaal inkomen en gemiddelde huur net iets meer dan 55 procent van het netto inkomen is. Daardoor blijft het minder geld over voor andere uitgaven, zoals o.a. voedsel en recreatie. Het Nibud waarschuwt daarom dat een huishouden idealiter maximaal 50 procent van het inkomen aan vaste lasten zou moeten besteden. Het CBS meldt dat een gemiddeld huishouden in 2020 ruim € 35.000,00 per jaar uitgaf. Daar is menig AOW’er jaloers op, zo meent AOW.nu.
Halvering eigen risico werkt voor velen juist nadelig
Halvering van het eigen risico was een grote wens van de PVV. In het coalitieakkoord, was het plan opgenomen het bedrag van € 385,00 per jaar vanaf 2027 meer dan te halveren. Voormalig PVV-minister Agema stuurde het wetsvoorstel (kosten ruim 4 miljard euro) nog vóór haar vertrek naar de Raad van State. De Raad van State (adviserend orgaan aangaande wetsvoorstellen) concludeert dat de halvering van het eigen risico ervoor zorgt dat sommige kwetsbare groepen, zoals mensen met lage inkomens (o.a. AOW’ers met uitsluitend een AOW en een klein pensioen), er juist op achteruitgaan. De halvering van het eigen risico naar € 165,00 leidt tot een stijging van de zorgpremie met zo’n € 200,00 per jaar. Compensatie voor dit bedrag zou moeten gebeuren door een lagere inkomstenbelasting. Voor gezonde mensen met een laag inkomen levert dit echter niet genoeg op. Zij gaan er juist op achteruit! Daarnaast, zo meent de Raad van State, zal vanaf 2030 het eigen risico toch weer mee stijgen met de inflatie. Ook zullen mensen sneller een arts bezoeken, omdat ze daarvoor minder hoeven te betalen. Daardoor neemt de druk op de zorg toe. De Raad van State adviseert het demissionaire kabinet dan ook het wetsvoorstel niet in deze vorm in te dienen.
Demissionair minister Van Hijum (NSC) deelt de mening van de Raad van State niet. Hij geeft aan dat het voorstel voor het verlagen van het eigen risico juist bedoeld is om de toegang tot de zorg voor mensen te verbeteren. Ook deelt hij de mening niet dat de lagere inkomens door de halvering achteruit gaan. Zijn inziens weegt de Raad van State onvoldoende dat de zorgtoeslag ook omhoog gaat en het kabinet er een pakket met maatregelen voor lastenverlichting tegenover zet. Hij wijst erop dat het gevolgen kan hebben voor het zorgakkoord. Bij het maken hiervan zou ook geld meekomen dat het kabinet heeft gereserveerd om de gevolgen van het verlagen van het eigen risico op te vangen. Mensen zoeken bij een lager eigen risico waarschijnlijk eerder of vaker de zorg op. Daardoor stijgen de zorgkosten. Dat geld is dus verbonden met het sluiten van een zorgakkoord, zo meent Van Hijum.
We wisten al dat de huurbevriezing niet doorgaat. Inmiddels is duidelijk dat 1,5 miljoen huurders met huurtoeslag de beloofde ‘boodschappenbonus’ wel kunnen vergeten. De beloofde eenmalige verhoging van de huurtoeslag zou huurders met een huurtoeslag ongeveer € 600,00 opleveren. De coalitie vult deze belofte niet in. Door de per 1 juli oplopende huren geeft de overheid meer uit aan huurtoeslag. Huurbevriezing zou de overheid geld besparen op de uitgaven aan huurtoeslag. Bij het niet doorgaan daarvan, worden huurders geconfronteerd met forse huurverhoging én maakt de coalitie geen geld vrij voor de beloofde bonus. De huurders worden daarmee twee maal getroffen.
De Sociale Verzekeringsbank meent: AOW-regels moeten eenvoudiger
De Sociale Verzekeringsbank (SVB) doet een dringend beroep aan de Tweede Kamer om het AOW-stelsel te vereenvoudigen. Ingewikkelde regels voor samenlevingsvormen en de gevolgen daarvan voor de hoogte van de AOW zijn de SVB al jaren een doorn in het oog. Het systeem is zo gecompliceerd dat de SVB tot achter de voordeur bij mensen (40.000 herbeoordelingen jaarlijks en 1/3 daarvan via controle achter de voordeur) moet controleren of ze wel of niet samenwonend zijn. Dat is ingrijpend en onbegrijpelijk voor de vele getroffenen. De SVB meent dat het huidige systeem niet matcht met de maatschappelijke en demografische ontwikkelingen.
De SVB vraagt de Tweede Kamer om drie concrete stappen:
- werk het wetsvoorstel ‘Vereenvoudiging leefvormen AOW uit;
- uniformeer het partnerbegrip in álle sociale regelingen;
- zorg voor een structurele financiële dekking van de hervorming.
De SVB heeft daartoe een stappenplan gemaakt. Als het aan de SVB ligt, worden deze regels vanaf 2028 van kracht.
Einde kabinet Schoof kan ervoor zorgen dat Nederland veel Europees geld misloopt
Indien diverse wetten niet snel worden ingevoerd, loopt Nederland in totaal bijna 3 miljard euro mis. De val van het kabinet kan daar debet aan zijn. Het gaat om drie wetten: 1. een wet die de woningbouw moet stimuleren; 2. een wet die de schijnzelfstandigheid moet tegengaan en 3. de energiewet.
Alhoewel de wetten zijn opgesteld, zijn ze nog niet van kracht, bijv. omdat ze nog niet geaccordeerd zijn door de Tweede en Eerste Kamer. De val van het kabinet maakt onduidelijk of snelle invoering mogelijk is. Indien deze onderwerpen controversieel worden verklaard, kunnen er pas vervolgstappen gezet worden als er een nieuwe regering is.
Uiterlijk in augustus 2026 moet Nederland voldoen aan de eisen die Brussel heeft gesteld om het geld te ontvangen. Indien dat niet tijdig lukt, kan Nederland worden gekort op de miljardenuitkering. De korting kan oplopen tot honderden miljoenen euro’s. Om in aanmerking te komen voor het geld, moeten landen aan bepaalde voorwaarden voldoen op het gebied van onder meer duurzame economische groei en innovatie. Een tijdige invoering is dus van groot belang.
De Europese Commissie komt elk jaar met aanbevelingen voor de economieën van lidstaten en presenteerde Nederland een waarschuwing. Voor Nederland had Brussel volop verbeteringen in petto. Nederland werd geadviseerd het stikstofprobleem aan te pakken. Immers, veel bouwprojecten kunnen niet doorgaan vanwege een teveel aan stikstof. De politiek zou meer moeten inzetten op duurzame landbouw om daarmee meer ruimte te bieden aan de vastgelopen woningbouw. Ook bouwvergunningen zouden vereenvoudigd moeten worden. Ook was er kritiek op de hoge schulden van Nederlanders. Daarbij gaat het met name om hypotheken. Reden daarvoor is dat huizenkopers een relatief groot deel van de aankoopprijs kunnen financieren middels een lening. Ook de hypotheekrenteaftrek speelt hierbij een rol. De IMF adviseerde onlangs deze regeling af te bouwen. Dat heeft instemming van de politiek. De aftrekmogelijkheden zijn de laatste jaren weliswaar verminderd, maar verdere afbouw is niet gepland.
Klimaat
De record temperaturen van de afgelopen tijd zullen waarschijnlijk ook in de toekomst vaker voor komen. De gemiddelde wereldtemperatuur zal tot 2029 vergelijkbaar hoog blijven, zo is de verwachting. Volgens de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) is er 80 procent kans dat 2024 de komende vijf jaar opnieuw als heetste jaar wordt geëvenaard. Bovendien is er een kans van 86 procent dat minstens één van die komende vijf jaren de grens van 1,5 graden Celsius opwarming zal overschrijden. Deze ontwikkeling is zorgwekkend, omdat het negatieve gevolgen kan hebben voor ons en onze planeet (hittegolven, droogte en stijgende zeespiegels).
Pensioenen
Pensioenfondsen zien hun beleggingen in het eerste kwartaal van 2025 in waarde verminderen door daling van de dollar
De beleggingen van de Nederlandse pensioenfondsen zijn in het eerste kwartaal van dit jaar 54 miljard minder waard geworden. Koersveranderingen, en met name de daling van de dollar, verminderde de waarde van de beleggingen met 3 procent. Met een totaal van 1.771 miljard euro aan beheerd vermogen, houden pensioenfondsen ongeveer 551 miljard euro aan in Amerikaanse dollars. De daling van de dollar kostte de pensioenfondsen 24 miljard euro. Dalende beurskoersen kostten 16 miljard euro uit beleggingen in euro’s en 11 miljard euro uit beleggingen in andere munteenheden.
Bekijk onze analyse van de pensioenfondsen tot juni 2025
Herstel vermogens pensioenfondsen na forse klap op beurzen
Het begin van de handelsoorlog resulteerde in een klap voor de pensioenfondsen. In mei ging het weer beter en werd de verslechtering meer dan gecompenseerd. De gemiddelde dekkingsgraad steeg van 116 naar 122 procent, zo meldt Aon. Een betere positie dan in maart, toen de gemiddelde dekkingsgraad nog op 120 procent stond. De verbetering is onder meer te danken aan een Brits-Amerikaans handelsakkoord en een deal tussen VS en China om de tarieven stevig te verlagen. Bovendien werden de heffingen voor Europa uitgesteld. Daarnaast onderhandelden de VS en Europa.
Vervoer
Eén op de vier huishoudens in Nederland heeft geen auto, waaronder scholieren, mensen met een beperking, arbeidsmigranten, alleenstaanden met een minimuminkomen, maar ook veel AOW’ers. Voor hen is de bus of trein geen luxe, maar een absolute noodzaak. De overheid trekt hier financieel de handen van af. Provincies worden voor de moeilijke keuze gesteld waar het geld vandaan te halen om de bewoners mobiel te houden. Overal speelt dit drama. Bussen rijden na 19.00 uur niet meer. Haltes worden opgeheven. We hadden toch klimaatambities? Elke bus met bijv. 15 inzittenden, scheelt toch zeker 8 auto’s op de weg, tenminste als koppels in de bus reizen. Is dat niet zo, dan scheelt elke bus met 15 inzittenden, dus 15 auto’s op de weg. Elk station dat open blijft, is een dorp dat verbonden blijft. En, niet te vergeten: elke euro die geïnvesteerd wordt in openbaar vervoer, levert drie euro op, bijv. in bereikbaarheid, gezondheid, onderwijs, economische ontwikkeling en klimaat. De gevolgen zijn sociaal én economisch rampzalig te noemen. Samen met alle provincies en Groenlinks-PvdA ligt een nu een gezamenlijke oproep om deze bezuinigingen terug te draaien.
Wonen
Tienduizenden huurwoningen worden gesloopt, bewoners wacht gedwongen vertrek
De woningcorporaties hebben grote bouwambities. Woningencorporaties slopen steeds meer huurhuizen in zowel grote steden als allerlei buurten. De komende jaren gaat het om een totaal van 10.000 woningen. Meestal komen er meer en beter geïsoleerde huizen voor terug. Voor diegenen die hun huis moeten verlaten, is dit niet eenvoudig. Bijkomende complicatie is dat mensen niet altijd meer voor dezelfde huurprijs in hun oude buurt kunnen wonen. Critici menen dat de wachtlijsten in de sociale huur alleen maar oplopen en menen dat, als er voor sloop en nieuwbouw gekozen wordt, er eenzelfde aantal sociale huurwoningen, of nog liever meer, moet terugkomen.
Stijging huurprijzen met ingang van 1 juli 2025
Sociale huurwoningen
Vanaf 1 juli 2025 mag de verhuurder de huur verhogen met:
- maximaal 5 procent als de (kale) huur € 350,00 of meer per maand is (dit is gelijk aan de gemiddelde loonontwikkeling);
- maximaal € 25,00 als de (kale) huur lager is dan € 350,00 per maand. Dit is meer dan 5 procent. Zo kunnen verhuurders heel lage huren sneller verhogen om daarmee tot een huur te komen die beter past bij de kwaliteit van de woning.
Deze huurverhoging hangt niet af van het inkomen. Deze toegestane huurverhoging is van toepassing als u een zelfstandige woning (eengezinswoning, appartement, studio, bungalow, en dergelijke) huurt.
Indien u een zelfstandige sociale huurwoning huurt en een hoger middeninkomen of een hoog inkomen heeft, dan mag de verhuurder meer huurverhoging voorstellen. De hoogte van de huurverhoging is afhankelijk van uw inkomen.
Vrijesectorwoningen en ligplaatsen
Tot 1 mei 2029 geldt een maximum aan de jaarlijkse huurverhoging voor vrijesectorwoningen. In 2025 (van 01.01.2025 tot 01.01.2026) is de jaarlijkse huurverhoging maximaal 4,1 procent.
Vrije sectorwoningen zijn:
- zelfstandige woningen (eengezinswoningen, studio’s en appartementen);
- met een beginhuurprijs boven de toenmalige liberalisatiegrens.
De wet bepaalt dat de toegestane huurverhoging in de vrije sector gekoppeld is aan het laagste percentage van de inflatie en de loonontwikkeling. Daardoor is de toegestane jaarlijkse huurverhoging vanaf 1 januari 2025 maximaal 4,1 procent (3,1 procent inflatie plus 1 procentpunt). Datzelfde geldt ook voor ligplaatsen van woonboten. De huurverhoging is altijd maximaal 4,1 procent.
Voor huurwoningen in de vrije sector geldt het puntenstelsel niet en er is geen maximale huurprijs. Voor ligplaatsen is er eveneens geen puntenstelsel en geldt ook geen maximale (kale) huurprijs. De huurprijs van vrijesectorwoningen en ligplaatsen voor woonboten is vrij (maar de huurverhoging niet).
Middenhuurwoningen
Van 01.01.2025 tot 01.01.2026 is de jaarlijkse huurverhoging voor de middenhuur maximaal 7,7 procent. Ook mag de (kale) huur niet boven de maximale huurprijsgrens, die hoort bij het puntenaantal van de woning, uitkomen door de huurverhoging.
De wet bepaalt dat de toegestane huurverhoging voor middenhuurwoningen in 2025 gelijk is aan de cao-ontwikkeling van december 2023 tot december 2024 plus 1 procentpunt. De loonontwikkeling was 6,7 procent, plus 1 procentpunt resulteert in een huurverhoging van maximaal 7,7 procent voor middenhuurwoningen.
Middenhuurwoningen zijn:
- zelfstandige woningen (eengezinswoningen, studio’s en appartementen);
- met een huurcontract van 1 juli 2024 of later;
- (kale) beginhuur in (tweede heflt) 2024 boven € 879,66 en niet meer dan € 1.157,95 of een (kale) beginhuur in 2025 boven € 900,07 en niet meer dan € 1.184,62.
Ook zelfstandige woningen (eengezinswoningen,studio’s en appartementen met een hogere beginhuur (met 144 tot 187 punten volgens het woningwaarderingsstelsel) zijn middenhuurwoningen.
Kamer, woonwagen en standplaats
Vanaf 1 juli 2025 mag de verhuurder de huur verhogen met maximaal 5 procent. Hierbij is de hoogte van het inkomen niet relevant. De huurder mag evenmin bij de belastingdienst informeren naar het inkomen. De huur mag door de huurverhoging echter niet hoger worden dan de maximale huurprijsgrens die hoort bij het puntenaantal van de kamer, woonwagen of standplaats.
De maximale huurprijs kunt u berekenen via de Huurprijscheck. Dit is een puntensysteem. Het aantal punten bepaalt de maximale huur.
Tot 1 september 2025 met terugwerkende kracht huur- en zorgtoeslag aanvragen
Deze toeslagen worden massaal vergeten! Waarom? Omdat veel mensen niet weten dat ze er recht op hebben. Afgelopen jaar (eind juni) ontvingen mensen een herinnering om de huur- en/of zorgtoeslag aan te vragen. Het is niet duidelijk of dat dit jaar weer gebeurt.
Ongeveer 11,5 procent (!) van diegenen die recht op toeslag hebben, vragen deze niet aan. En dat is spijtig! Tot 1 september 2025 zijn de huur- en zorgtoeslag over 2024 nog aan te vragen. Manners.nl publiceert op 16 juni 2025 het volgende voorbeeld: een minimumloon in 2024 van maximaal € 30.730,00 (inclusief vakantiegeld). Indien de betrokkene in een huurhuis van € 850,00 woonde, dan zou deze volgens de indicatieve berekening via de Proefberekening-tool van de belastingdienst, recht hebben op € 286,00 huurtoeslag én € 104,00 zorgtoeslag per maand. Op jaarbasis zou dat € 4.680,00 zijn. Nu is dit een extreem voorbeeld, maar ook als deze situatie voor u niet opgaat: alle kleine beetjes helpen. En waarom geld laten liggen waar u recht op heeft? Zowel de huur- als de zorgtoeslag over 2024 kunt u aanvragen tot 1 september 2025. Veelal ontvangt u binnen vijf weken een reactie van de belastingdienst met de vermelding óf en hoeveel geld u ontvangt.
Regels voor huurtoeslag per 2026: 100.000 extra huishoudens kunnen hier gebruik van maken
Per 1 januari 2026 veranderen de regels voor de huurtoeslag. Daarmee moet het toeslagenstelsel eenvoudiger en eerlijker worden. Volgens het ministerie van Financiën kunnen straks ruim 100.000 huishoudens extra aanspraak maken op huurtoeslag. Ook de middeninkomens kunnen recht op huurtoeslag hebben.
In 2025 geld het recht op huurtoeslag uitsluitend als de huur én het inkomen onder bepaalde grenzen blijven. Is de huur slechts weinig boven de grens of is het inkomen één euro te hoog, is er geen recht op huurtoeslag. Dat verandert met ingang van 2026. Dan wordt het systeem aangepast aan de financiële draagkracht. Er wordt gekeken hoeveel er betaald kán worden. De starre maximale grens vervalt. Tegelijkertijd echter, vervalt de ‘aftoppingsgrens’. Dat betekent dat sommige huishoudens iets minder toeslag krijgen. Het totale effect is naar verwachting positief voor de meeste huurders. Voor AOW’ers met een klein aanvullend pensioen, kan de regeling gunstiger uitpakken.
De toeslag ontvangt u niet automatisch. U moet deze zélf aanvragen bij de belastingdienst. De exacte berekening volgt later dit jaar. De verwachting is dat de belastingdienst de proefberekeningen dit jaar publiceert.
Veel senioren willen wel verhuizen, maar dan moet het wel kúnnen
De woningmarkt zit op slot. Een oplossing zou kunnen zijn als senioren doorstromen naar kleinere woningen. Maar wat betekent dat voor de senioren zelf?
Allereerst kunnen senioren dit wel willen, er zijn echter te weinig woningen die aansluiten bij de behoeften van senioren (in de kern van een dorp of stad, dichtbij zorg en in de buurt van gelijkgestemden). Het tekort aan geschikte woningen maakt dat ze langer in een eengezinswoning blijven wonen. Bovendien is er vaak een overbruggingshypotheek nodig om een badkamer of een keuken aan te passen. Vanwege de leeftijd krijgen ze die overbruggingshypotheek vaak niet. Zelfs al ze al overwaarde hebben op de huidige woning of hun hypotheek al volledig hebben afgelost, wordt hun aanvraag afgewezen. Verzilveren van de overwaarde zou eenvoudiger moeten, het delen van woonruimte zou fiscaal moeten worden beloond (bij samenwonen daalt de AOW-uitkering immers). Geef senioren een verhuisbonus als ze naar een kleine woning verhuizen en straf ze niet met allerlei financiële consequenties, zo meent de Hypotheekshop. Ook wordt aanbevolen naar nieuwe woonvormen te kijken, bijv. hofjes waar senioren individueel hun eigen woonruimte hebben, maar wel een binnentuin delen. De Hypotheek: “Op die manier kunnen ze elkaar helpen en kan de zorg bijv. geconcentreerd worden.”.
Speciale nieuwbouw voor ouderen kan van grote invloed zijn op de rest van de woningmarkt
Makelaarsvereniging NVM meent dat er ruime, iets meer duurdere appartement moeten worden gebouwd in bestaande wijken om senioren te verleiden te gaan verhuizen. De achtergelaten huizen kunnen dan worden gekocht door starters en gezinnen. Nederland vergrijst snel. Er zijn nu 1,7 miljoen huishoudens (volgens Brainbay, het onderzoeksbureau van de NVM), die de komende jaren moeten gaan overwegen of hun woning nog wel past bij hun leeftijd. In 2040 is er, naar verwachting, ruim een half miljoen extra huishoudens met 65-plussers. De woningvoorraad, zo meent de NVM is hier nauwelijks op voorbereid. Veel ouderen wonen in huizen die niet zijn ingericht op hun levensfase, zonder voorzieningen in de buurt en vaak te groot. “Zo lang deze ouderen blijven zitten, blijven ook de gezinswoningen bezet.”, zo is de mening van de NVM voorzitter.
Op papier is er genoeg aanbod. Toch sluit dit aanbod vaak niet aan op de wensen van ouderen. Ouderen geven een ruimte en een meestal afbetaalde woning niet zomaar op. Ze willen niets koste wat kost kleiner wonen, maar zoeken ruimte, dicht bij de familie, comfort, winkels en zorg en een vertrouwde woonomgeving. De NVM geeft aan dat 70 procent van de 65-plussers die onlangs een appartement kochten, heeft gekozen voor een woning van 80 m2 of groter. Dat geldt ook voor alleenstaande ouderen. Zij kiezen vaak voor een extra kamer voor hobby’s of logés. Kleinschalige nieuwbouwprojecten, zoals hofjes en appartementencomplexen zijn daarom het meest kansrijk, zo meent de NVM. Deze aanpak zou een verrassend groot effect op de rest van de woningmarkt kunnen hebben. Een oudere die verhuist naar een appartement, maakt een woning vrij voor een gezin. Dat gezin laat weer een woning achter voor een starter. ABP Research licht toe dat er bij nieuwbouw voor ouderen, gemiddeld 40 procent langere verhuisketens ontstaan dan bij andere woningtypes. De NVM meent dat er bij nieuwbouw te veel gefocust wordt op starterswoningen voor starters met een beperkt budget en een moeilijke instap in de dure nieuwbouw. Bouwen van ruimte en iets duurdere appartementen voor ouderen, maken dat betaalbare woningen vrij komen.
Daarnaast wonen ouderen vaak in slecht geïsoleerde huizen. Verhuizing van ouderen naar duurzame nieuwbouw, maakt dat deze oudere woningen beschikbaar komen voor jongere kopers die wél willen verduurzamen. Daarmee draagt bouwen voor ouderen ook bij aan de klimaatdoelen. Derhalve roept de NVM gemeenten en projectontwikkelaars op om bewuster te bouwen voor ouderen en meent dat het tijd is om verder te kijken dan alleen de starters. Nu investeren in levensloopbestendige woningen, maakt dat woningmarkt toekomstbestendig.
Het kabinet stelde zich al eerder tot doel om tot 2030 zeker 290.000 woningen te bouwen, die geschikt en gewild zijn voor ouderen. Het gaat om 170.000 gelijkvloerse woningen, 80.000 geclusterde woonvormen en 40.000 verpleegzorgplekken
Slechts 7,5 procent van de ouderen heeft interesse in een kamer in een verzorgingshuis
ANBO-PCOB gaf Abbi Insights opdracht een onderzoek uit te voeren onder 65-plussers. Daaraan namen 3.583 personen deel. Deze personen zijn deelnemers van het Nationaal Seniorenpanel. De data zijn gewogen op basis van leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, huishoudgrootte en mate van stedelijkheid.
De ouderen werd voorgelegd wat hun keuze zou zijn als hun zorgvraag stijgt, maar de zorgvraag nog niet voldoende is voor een verpleeghuis. Ongeveer de helft van hen (47 procent) geeft aan liever thuis te wonen met de inzet van thuiszorg of weet nog niet hoe de toekomst er uitziet. De overige 53 procent ziet als mogelijkheid een zelfstandige woning binnen een woon-zorgcomplex. Een zorgcomplex kenmerkt zich door een eigen woning die door de bewoner zelf kan worden afgesloten. Bovendien is er een tuin of binnenruimte. De zorg is op afroep beschikbaar. 37 Procent van de ondervraagden geeft aan wel te willen wonen in een appartementencomplex voor ouderen. Deze kenmerken zich door een ontmoetingsruimte met reguliere thuiszorg.
14 Procent van de ondervraagden vindt een verzorgingshuis wel aantrekkelijk klinken. Deze kenmerken zich door: een onzelfstandige woonunit, de dagindeling is meer gepland, verplegers en andere medewerkers kunnen eenvoudig de kamer van de bewoners binnenkomen. Van het totale aantal ondervraagden is dit nog geen 7,5 procent.
Samenvattend: senioren hechten veel waarde aan het behouden van hun zelfstandigheid (80 procent), privacy (71 procent) en het zelf kunnen bepalen van de dagindeling (70 procent) bij het kiezen van hun woonvorm.
Ex-minister Agema van Volksgezondheid wilde de verzorgingshuizen terug. Hopelijk brengen de resultaten van bovengenoemd onderzoek de huidige besluitvormers op andere gedachten.
(Bronnen: ANBO-PCOB, Bright.nl, AI-overzicht, gaslicht.com, NOS nieuws, Headliner, Manners, rtl.nl, nu.nl, Plusonline, bnr.nl, radar.avrotros.nl, max meldpunt, bnn vara, radar avro tros, energiebesteding.com, solarmagazine.nl, energievergelijk.nl, metronieuws.nl, woonbond.nl, plusonline.nl)
Lees meer over: